Opleiding instructeur BLS (BIC) volgens de richtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad (ERC erkend)

  • De cursus BLS-I is bedoeld voor personen die instructie willen gaan geven in de Basale Reanimatie van volwassenen. Voor de cursus gelden minder instroomeisen.
  • SCCE neemt na inschrijving contact met u op om de cursusinhoud met u door te nemen.
  • De cursus wordt gegeven volgens de richtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad en ERC.
  • Aan het einde van de cursus ontvangt u een officieel en erkend Europees certificaat van de NRR en ERC.
  • Cursusduur: 2 dagen (16 uur) verdeeld over 2 losse dagen met een tussenpauze van 6 weken om in deze 6 weken één (stage-) les te verzorgen onder begeleiding van een volwaardig NRR erkend reanimatie instructeur.
  • U dient na het behalen van uw certificaat nog eenmaal onder begeleiding van een ervaren instructeur les te geven. Als het tweemaal lesgeven onder begeleiding goed is verlopen wordt u ingeschreven als volwaardig instructeur. Vanaf dit moment bent u bevoegd om zelfstandig de cursussen volgens de richtlijnen van de NRR te verzorgen.
  • De 2 dagen worden verzorgt met koffie, thee, krentewegge en versnaperingen. Tussen de middag van deze dagen zal er een lunch geserveerd worden.
  • Cursuskosten: € 495,- exclusief btw., inclusief lesmateriaal.
Voorkennis cursist

Voorkennis:

Een grote motivatie en een reanimatiediploma afgegeven door de Nederlandse Reanimatie Raad waarbij de laatste herhaling niet langer is geleden dan 1 jaar. De cursist dient te beschikken over excellente reanimatievaardigheden en deze ook als dusdanig te kunnen demonstreren tijdens de competentietoets. Tevens zijn goede communicatieve vaardigheden en geen podiumvrees noodzakelijk om de cursus met positief resultaat af te kunnen ronden.

De volgende instroomeisen zijn losgelaten:

  • Arts of verpleegkundige of in het bezit van een certificaat van een opleiding in de gezondheidszorg, niveau 4 of 5;
  • Student geneeskunde in het bezit studie voortgang gegevens (i.p.v. propedeuse)
  • Afgeronde 1e of 2e graads lerarenopleiding of hiervoor studerend (tenminste 120 studiepunten behaald);
  • Diploma ambulancechauffeur van de Academie voor Ambulancezorg (SOSA)
  • Geldig certificaat Instructeur Eerste Hulp (bv. van organisaties als Het Oranje Kruis, NIBHV, Medic First Aid, EFR of DAN)
  • Geldig certificaat kern-instructeur Zelf Hulp Kameraden Hulp nieuwe stijl van defensie
  • Geldig certificaat Instructeur Eerste Hulp (bv. Organisaties als Het Oranje Kruis, Medic First Aid, Dan en EFR)
Opbouw van de cursus (P)BLS instructeur

1e cursusdag

De dag begint met het beoordelen van jouw reanimatievaardigheden. Je kunt een nagenoeg perfecte demonstratie van een reanimatie geven.

Daarna ga je, onder leiding van de Instructeur-Trainer, aan de slag met de vaardigheden die je nodig hebt om een basiscursus BLS of PBLS te geven.  Je leert het 4 stappenplan toe te passen. Waarmee je straks de cursisten de verschillende vaardigheden aanleert. En je leert op welke manier je het beste feedback geeft wanneer je een cursus verzorgt. Uit ervaring weten we dat je tijdens de cursus ook vaak “zaken” af moet leren die je in het verleden hebt geleerd.

Certificaat kandidaat instructeur

Na positieve afronding van de 1e cursusdag krijg je het certificaat Kandidaat-Instructeur. Met dit certificaat mag je nog geen cursussen zelfstandig verzorgen.

1e stage

Na de 1e cursusdag beschik je over de kennis en vaardigheden om een basiscursus te verzorgen. Tijdens de 1e stage ga je een basiscursus verzorgen onder begeleiding van een instructeur. Je staat voor de groep en verzorgt de cursus. Soms doet de instructeur iets voor, maar veel belangrijker is dat je zelf training geeft aan de groep. De stageplek moet je zelf te regelen. Dit kan bij een lokale vereniging of stichting, in het ziekenhuis waar je werkt of bij een commercieel cursuscentrum.

2e cursusdag

Tijdens de 2e cursusdag ontwikkel je jouw didactische vaardigheden verder en er is tijd voor verdieping. De dag begint met een terugblik op de stages. Daarna zal het programma zich vooral richten op scenario onderwijs. Een belangrijk elementen uit de opfris- en vervolgtrainingen. Tussendoor is er aandacht voor verdieping in verschillende reanimatie onderwerpen.

2e stage

Na de 2e cursusdag moet je nog één keer stage lopen. Deze keer verzorg je een opfris- en vervolgtraining. Je gaat aan de slag met scenario’s en specifieke vaardigheden die in de basiscursus nog niet aan cursisten zijn aangeleerd. Als je de cursus en stages succesvol hebt afgerond kun je zelfstandig als Instructeur cursussen verzorgen.

De cursus bestaat uit de volgende onderdelen
  • Een competentietoets BLS en AED
  • Presentatie en lesmaterialen van de Nederlandse Reanimatie Raad
  • Didaktiek
  • 4 stappenplan
  • Lesopbouw
  • Scenario-onderwijs
  • Niet technische vaardigheden
  • Feedback
  • Certificering
  • Europees registratiesysteem ERC & Cosy
Vaardigheden en beoordeling (P)BLS instructeur

De instructeur (P)BLS beheerst na het afronden van de Basis Instructeur Cursus (BIC) de volgende vaardigheden:

  • Kan een BLS en/of PBLS demonstratie geven, inclusief het gebruik van een AED (volgens de actuele richtlijnen NRR)
  • Kan actuele presentaties geven van de basiscursus basale reanimatie (BLS en/of PBLS) en de opfris- en vervolgtraining (BLS en/of PBLS)
  • Kan een lesplan voor een opfris- en vervolgtraining opstellen
  • Kan cursisten begeleiden tijdens het uitvoeren van scenario’s (uit het scenarioboek), volgens de principes van voorbereiding, uitvoering en afsluiting
  • Coachingsvaardigheden voor formatief handelen, gebruik makend van de 4 stappen instructietechniek, mastery learning en effectieve feedback geven (volgens de methodes directe feedback, Pendleton en Learning Conversation)
  • Kan reflecteren op het eigen handelen als (Kandidaat-) instructeur

Beoordeling:

Deelname aan de cursus betekent niet dat elke cursist na de cursus over de vereiste vaardigheden beschikt. De Instructeur-Trainer beoordeelt gedurende de cursus continue hoe de cursisten zich ontwikkelen en stuurt waar nodig bij.

Het kan voorkomen dat een Instructeur-Trainer aan het einde van de cursus tot de conclusie komt dat een cursist nog niet over de vereiste vaardigheden beschikt. Een cursist is dan gezakt voor de cursus. In samenspraak met de Instructeur-Trainer kan gekeken worden wat de beste vervolgstap is. Opnieuw een cursus volgen of eventueel bepaalde onderdelen herkansen.